Gevangenissen worden dagdagelijks bezocht. Aan de ene kant gebeurt dit door de talloze groepen die een professionele rol vervullen, zoals gevangenispersoneel, politiediensten, advocaten, hulp- en dienstverleners, aalmoezeniers, toezichtsorganen, enzovoort.  Aan de andere kant gaat het uiteraard om familie en kennissen van gedetineerden.

Maar ook studenten bezoeken gevangenissen. Zo organiseren we jaarlijks een facultatief bezoek – voor de geïnteresseerde studenten dus, zonder dat ze er punten mee kunnen scoren – in de opleiding criminologie.  Er is steeds veel belangstelling voor dergelijke bezoeken en bij zowat elke evaluatie van de cursus laten studenten hun waardering blijken.  Want dat is de gift van het gevangenisbezoek: het is vaak een eye-opener, zelfs voor studenten penologie, die beslagen zijn in de straftheorie, die het penitentiair recht in de vingers hebben of de geschriften van Edouard Ducpétiaux blindelings kunnen citeren. Dergelijke bezoeken – zeker wanneer het de eerste keer is –  laten bij velen een belangrijke indruk na.

Die bezoeken komen nu meer en meer onder druk te staan. Verschillende gevangenissen haakten dit jaar af omwille van personeelstekorten of omwille van de overbevolkingssituatie.  Dat is bijzonder spijtig. Eén gevangenis kwam echter met een alternatieve regeling: ze roept op tot een vrijwillige financiële gift.  Elke deelnemer aan een gevangenisbezoek wordt gevraagd om enkele euro’s te doneren.  De démarche doet op het eerst zicht terugdenken aan de zeventiende eeuw, toen vrije burgers de Amsterdamse correctiehuizen konden bezoeken tegen betaling van een entréegeld, zoals beschreven door de Nederlandse historicus Pieter Spierenburg.

De achterliggende redening is hier echter geheel anders: met de giften wil de lokale gevangenisdirectie het noodlijdende steunfonds spijzen.  Dat fonds gaat immers in het rood, onder meer omwille van te weinig tewerkstelling, teveel onvermogende gedetineerden, of nog: de verhoogde tarieven voor telefoneren of videobellen. Vooral dat laatste is opvallend: op 1 juli gingen de tarieven – vooral voor buitenlandse gesprekken – aanzienlijk de hoogte in. Voor sommige landen gaat het om een verdubbeling. Daarenboven wordt videobellen binnenkort betalend.  Aan het begin van de zomer hadden negen Commissies van Toezicht zich daarover beklaagd in een brief gericht aan de minister van Justitie en de directrice-generaal van het gevangeniswezen, met als titel:  “Een menselijk contact mag geen luxe zijn – over de absurde beltarieven in Belgische gevangenissen”.

Het initiatief van die ene gevangenis om een gift te vragen, is begrijpelijk: het is een creatieve en diepmenselijke poging om binnen de beperkte manoeuvreerruimte die ze heeft, een aanzet tot oplossing te vinden, door de verhoogde kosten niet op gedetineerden of bezoekers af te wentelen, maar wel op vrije burgers, waarvoor ze de deuren gewillig opent en voor wie die enkele euro’s wellicht minder van tel zijn.

Maar anderzijds gebeurt hier toch iets vreemds.  Hoe is het zover kunnen komen dat een sociaal steunfonds via dergelijke vormen van liefdadigheid gespijsd moet worden? En hoe komt het dat de telefoon- en videobeltarieven zo fel de hoogte ingaan op een moment dat het gevangenissysteem kreunt onder de overbevolking?  Die context is de Commissies van Toezicht niet ontgaan: “In een context van overbevolking, gebrekkige infrastructuur, grondslapers, ongedierte en een tekort aan bezoekmogelijkheden, zijn hogere telefoontarieven niet te verantwoorden”.   Meer nog: de introductie van een systeem van giften – hoe klein en begrijpelijk ook – doet het risico ontstaan dat studenten en andere geïnteresseerde burgers afhaken en niet langer gevangenissen zullen bezoeken.  En dan verliezen we allemaal.

Leave a comment